DISCIPLINES


Garde solo

De gardedansdiscipline solo is afgeleid van de slavische, sloveense folklore aangevuld met sprongen en acrobatische delen, als ook gemodificeerde danspassen uit het klassiek ballet. Alle danselementen, als ook de choreografie mogen vrij, onder naleving van de dansstijl, worden ontwikkeld en uitgevoerd. Deze moeten echter volgens de basisregels correct en in zijn geheel uitgedanst worden. Daarnaast wordt er vooral gelet op de presentatie, houding en synchroniteit.De choreografisch opbouw bij de gardedansdiscipline solo moet zo zijn gekozen dat de danselementen harmonisch en vloeiend op het ritme van de muziek zijn geplaatst, waarbij hoogtepunten gelijkmatig over de dans zijn verdeeld.

Garde paar

Bij de gardedansdiscipline paar gelden dezelfde regels als bij de gardedansdiscpline solo. Veel waarde wordt gehecht aan de harmonie en synchroniteit bij de uitvoering van de dans. De stand en beweging van het hoofd verschilt van de overige gardedansdisciplines. De houding van het paar is de meeste tijd van de dans naar elkaar toe. De hoofdbeweging is, behalve bij de beenworp, strekoefeningen en solopassages, eveneens naar elkaar toe.Het zwaartepunt bij het paar ligt in de overgangen vanuit de dans naar heffiguren en omgekeerd, Veel waarde wordt gehecht aan de vloeiende bewegingen van het danspaar bij alle danselementen. Heffiguren mogen niet in de dans de boventoon voeren en moeten gelijkmatig over de dans zijn verdeeld en mogen niet langer dan zestien tellen duren.

Garde mars

Karakteristiek voor de gardedansdiscipline mars is het marcheren, de beenworpen, de beenworpvariaties, groetpassages en stops. De dans word uiterst rechtsop en met militaire houding, stram en met snelle reflexen uitgevoerd. Knikken met het hoofd slechts toegestaan bij passende muziekpassages. Een belangrijk punt is de synchroniteit, bijv. gelijke beenhoogte bij de beenworp, enz. Het zwaartepunt ligt in de formaties. Gewaardeerd wordt daarom in het bijzonder de verscheidenheid daarin en de rijkdom aan ideeën, in samenhang met de verschillende pascombinaties. Te vermijden zijn herhalingen van formaties.De zuiverheid in de stijl van de gardedansdiscipline mars moet gewaarborgd zijn. Alle soorten folkloristische danspassen, acrobatiek en solistische uitvoeringen zijn niet toegestaan. Uitsluitend zuivere marsmuziek 4/4 maat is toegestaan.

Garde polka

De gardedansdiscipline polka is afgeleid van de slavische, sloveense folklore aangevuld met sprongen en acrobatische delen, als ook gemodificeerde danspassen uit het klassiek ballet. Alle danselementen, als ook de choreografie mogen vrij, onder naleving van de dansstijl, worden ontwikkeld en uitgevoerd. Deze moeten echter volgens de basisregels correct en in zijn geheel uitgedanst worden. Daarnaast wordt er vooral gelet op de presentatie, houding en synchroniteit. Belangrijk is de speelse presentatie, die dan ook nog door een extra vriendelijke uitstraling wordt onderstreept. Het zwaartepunt ligt in de aparte danselementen met solokarakter, die harmonisch in de formaties moeten zijn ingepast.

Show solo

In de showdansdiscipline solo mogen geen basispassen vanuit gardedans worden gebruikt, uitgezonderd wanneer deze voor de dans dwingend noodzakelijk zijn. Zuivere moderne dansen en gezelschapsdansen (stijldansen) zijn niet toegestaan. Acrobatiek is toegestaan, echter geen bogen, radslagen, salto’s of ingesprongen spagaat zonder van de handen gebruik te maken. Acrobatiek mag de dans niet domineren. De muziek kan vrij gekozen worden, maar moet wel tot het thema/de handeling, dansstijl of uitbeelding van de dans passen. De choreografie en het kostuum moeten met de muziek in harmonie zijn, zodat men de gepresenteerde dans zonder meer duidelijk kan plaatsen. 

Show duo

In de showdansdiscipline duo mogen geen basispassen vanuit gardedans worden gebruikt, uitgezonderd wanneer deze voor de dans dwingend noodzakelijk zijn. Zuivere moderne dansen en gezelschapsdansen (stijldansen) zijn niet toegestaan. Acrobatiek is toegestaan, echter geen bogen, radslagen, salto’s of ingesprongen spagaat zonder van de handen gebruik te maken. Acrobatiek mag de dans niet domineren. De muziek kan vrij gekozen worden, maar moet wel tot het thema/de handeling, dansstijl of uitbeelding van de danspassen. Duo’s kunnen zowel uit twee dansers, twee danseressen als één danser en één danseres bestaan. Tilfiguren mogen in deze discipline niet overheersen.  

Show karakter

In de showdansdiscipline karakter worden die dansen beoordeeld die een thema of een handeling (verhaal) herkendbaar uitbeelden. Dansstijlen: folklore, musical/revue, typedans of een dans met een handelinge of thema. In deze discipline is het dus van belang dat muziek, kleding en het gekozen thema oftewel de gekozen handeling volledig op elkaar zijn afgestemd. 

Show freestyle

In de showdansdiscipline freestyle worden dansen zonder handeling/thema en zonder typische karakterisering beoordeeld. Hier staat de interpretatie van het vrij te kiezen muziekstuk via danstechniek, lichaamstaal van de dansers en danseressen en een creatieve harmonische choreografie op de voorgrond. Met lichaamstaal wordt geen playback bedoeld. Freestyle is een vorm van kunstzinnig en experimenteel dansen. Er is een vrije paskeuze. Bij het bekijken van zo’n dans moeten er bij het publiek via het beleven en onderstrepen van muziek met beelden, emoties worden opgewekt. Op het podium moet een basissfeer ontstaan die echter bij het publiek de fantasie naar een andere richting kan laten ontstaan. De choreografie moet als leidraad door de hoogte- en dieptepunten van de muziek gaan.

Show modern

In de showdansdiscipline modern worden dansen beoordeeld die een mengsel inhouden van verschillende jazzstijlen, modern, ballet en aanverwante dansrichtingen. Uitgangspunt voor de beoordeling is in eerste instantie die bewegingsprincipes van de jazzdans. Andere stijlen kunnen in de choreografie worden ingepast, maar mogen niet domineren. Een showdans in de discipline modern kent ook verplichte elementen.